Spraak- en taalstoornissen

Er is sprake van een spraakstoornis wanneer er problemen zijn met het uitvoeren van de spreekbewegingen, waardoor de spraakklanken niet goed klinken (vb. slissen, lispelen, ...). Soms kan het kind de klank niet vormen en slaat hij/zij deze over of vervangt het door een andere klank.
Sommige kinderen beheersen de fijne motoriek van het spreken nog onvoldoende, andere kunnen problemen hebben met de planning en aansturing van de spreekbewegingen.

De taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon (de verschillende stadia van de taalontwikkeling). Bij een aantal kinderen kent deze ontwikkeling een vertraagd of afwijkend verloop. De stoornis treft zowel de ontwikkeling van de taalvorm (verbuigingen en vervoegingen en de zinsbouw), de taalinhoud (woordenschat) als het taalgebruik.

Oromyofunctionele stoornissen

Bij myofunctionele stoornissen vertoont het kind een afwijkend mondpatroon. Infantiele mondgewoonten zoals duimzuigen/ mondademen en foutief slikken kunnen de groei van de gebitselementen en het verhemelte negatief beïnvloeden.  

Deze mondgewoonten leiden tot de verslapping van lip- en tongspieren. Hierdoor duwt de tong tegen en/of tussen de tanden in plaats van aangezogen te liggen tegen het gehemelte.

Foutieve mondgewoonten moeten stap voor stap afgeleerd worden. Dit gebeurt samen met de omgeving van het kind. Nadat de foutieve gewoonten zijn afgeleerd, wordt het correcte gedrag stapsgewijs aangeleerd. Ook hier is een goede samenwerking belangrijk om automatisatie en transfer naar dagdagelijkse situaties mogelijk te maken.  

Leerstoornissen 

(lezen, rekenen, schrijven)

Leerstoornissen vinden hun oorsprong in een eerder beperkt taalvermogen van het kind. Het kind heeft dan problemen met het omzetten van de gesproken taal in geschreven taal (spellen) en/of het omzetten van schrijftaal naar spraak (lezen).
Dyslexie/dysorthografie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van lezen en/of spellen op woordniveau.
Bij rekenstoornissen is er sprake van moeilijkheden bij specifieke rekenvaardigheden.
Dyscalculie is een stoornis die wordt gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren, oproepen en/of toepassen van rekenvaardigheden.

Typ10

Vlot en blind leren typen met 10 vingers op een speelse en kindvriendelijke manier.Typ Tien is een aangepast typprogramma voor kinderen vanaf 8 à 9 jaar (vanaf 3de leerjaar)

De TypTien methode is ontwikkeld vanuit therapeutische inzichten in hoe je het motorisch leren van kinderen kan verbeteren.

De doelstelling om met 10 vingers vlot blind te leren typen blijft. De aanpak van het typen is compleet anders van wat je gewoon bent van een klassieke typmethode. Via speelse en kindvriendelijke oefeningen worden verschillende leerkanalen (visueel, auditief, tactiel, proprioceptief, voorstellingsvermogen, geheugen...) gestimuleerd om zo alle toetsen aan te leren en te automatiseren.

Er wordt aan elke letter een woord/symbool gekoppeld en aan elke vinger een kleur om de letters zo beter te kunnen onthouden. De letters worden aan elkaar gekoppeld in zinnetjes die de kinderen ook goed kunnen onthouden.

In 10 sessies van 1 uur kunnen de kinderen de letters al goed en kunnen ze vlot blind typen. Vlot wil zeggen dat een kind net zo snel kan typen als hij kan spellen. Je kan nooit sneller typen dan dat je kan spellen! Het tempo van het typen na 10 lessen is afhankelijk van kind tot kind en hoeveel ze (thuis) oefenen.